Home » April in de tuin
April in de tuin
April is een drukke maand in de tuin. Er valt nog volop te zaaien, er kan flink gesnoeid worden en het gazon behoeft weer aandacht. Maak je gereedschap klaar voor het nieuwe tuinseizoen en vul een cady of tuintas met een snoeischaar, onkruidsteker, schepje en bindtouw. Zo ga je goed voorbereid de tuin in. April is ook een hele mooie maand in de tuin, dus neem zeker ook de tijd om even te zitten en te genieten in de tuin. Hieronder lees je welke tuinklussen je kunt oppakken in april.
Zaaien & planten
Bloemen en perkplanten
• | In april kun je beginnen met buiten zaaien. Zaai winterharde eenjarigen – zoals Juffertje-in-’t-groen, Papavers, Zonnebloemen en Klokken van Ierland – direct in de volle grond. Maak de grond eerst goed los en verbeter de bodem zo nodig met een laagje compost. |
• | Later in de maand de zaailingen uitdunnen. Zo geef je de planten de ruimte om zich optimaal te ontwikkelen. |
• | Zaailingen die binnen zijn opgekweekt kun je nu geleidelijk aan afharden. Zet ze op warme, kalme dagen buiten en haal ze aan het eind van de middag weer binnen. Zo kunnen ze langzaam wennen aan buiten. Zet de zaailingen op een beschut plekje en bescherm ze tegen (te veel) direct zonlicht. |
• | Aan het eind van de maand kun je half-winterharde eenjarigen op een beschutte plek uitplanten. Denk aan Cosmea, Nicotiana, Siererwten, Tagetes, Zinnia en Oost-Indische kers. |
• | Je kunt nog een ronde planten voorzaaien. Vul je zaaibakjes met vaste planten, zoals Stokroos, Ridderspoor, Leeuwenbekje en Echinacea. |
Bollen en knollen
• | Dahliaknollen kun je nu voortrekken. Plant de knollen in een pot met aarde en zet deze weg op een lichte en warme (10-15 °C) plek. Houd de aarde licht vochtig. Als het blad bovenkomt kun je voorzichtig beginnen met het afharden van de plant. |
• | Plant aan het eind van de maand zomerbloeiende bollen en knollen – zoals dahlia’s, gladiolen en anemonen – op een zonnige plek in de tuin. Voorgetrokken dahlia’s moeten nog even wachten, deze kunnen pas ná ijsheiligen geplant worden. |
In de moestuin
• | Zaai sla, spinazie, basilicum, wortel, radijs, prei, biet, erwt, bonen, broccoli, bloemkool en spruiten. Zaaien in regels in de volle grond en later in de maand uitdunnen. |
• | Dit is de laatste kans om aardappels en aardperen te poten. |
• | Aan het eind van de maand kun je ook pompoen en courgette zaaien. |
• | Plant zaailingen van tomaten en komkommer in grotere potten en laat ze beschut (achter glas of in een kweektunnel) verder groeien. Tomaten staan liever niet te ruim. Let op dat je ze niet meteen in een té grote pot zet, dan kunnen de wortels gaan rotten. |
Snoeien
• | Vanaf april keren de maandelijkse snoeiklusjes terug. Hagen zoals liguster, laurier en taxus worden voor de eerste keer gesnoeid. Ook de bolbomen krijgen nu een snoeibeurt, waarbij je de kruin tot op 15cm terug knipt. |
• | Knip de lavendel en uitgebloeide heide terug in vorm. Let op dat je niet te ver tot het oude hout snoeit, dan kan de plant niet meer uitlopen. Zorg ervoor dat je boven nieuwe scheutjes op takken blijft. |
• | Snoei de hortensia en vorstgevoelige heesters zoals de vlinderstruik en lavatera terug. |
• | Snoei de heesters direct na bloei, zoals Forsythia, Ribes, Winterjasmijn, Japanse Sierkwee en Kerria. |
• | Knip oude bladeren van siergrassen en varens weg. Let op dat je de nieuwe scheuten niet raakt! |
• | Snoei fruitbomen zoals pruim, kers en perzik laat in april na de bloei, als de blaadjes al aan de bomen zitten. Deze bomen snoei je alleen in het groeiseizoen, om de kans op infecties te voorkomen. |
• | Snoei de rozen terug op twee ogen. Verwijder dode (bruine) takken en zwakke, dunne takjes. Knip scheuten die uit de grond schieten (wildopslag) zo ver mogelijk weg. |
Snoeigereedschap
Verzorgen
• | Nu alles flink begint te groeien kunnen de planten wel wat extra’s gebruiken. Geef sierplanten en -struiken een organische meststof met een hoog kalium (K) gehalte. Dit zorgt ervoor dat de planten de hele zomer gezond groeien en rijk bloeien. |
• | Bemest de hagen met speciale hagenmest. |
• | Verwijder onkruid in de borders. Dit begint nu hard te groeien en belemmert de andere planten in hun groei. Ongewenste zaailingen kun je het beste regelmatig weghalen, zo krijgen ze geen kans om stevig te wortelen. Kies het liefst een droge dag uit, zodat het onkruid snel uitdroogt. |
• | Plaats nog snel de laatste groeirasters boven de planten die later in het seizoen steun nodig hebben. De planten kunnen nu nog makkelijk door de rasters heen groeien, waardoor ze later nagenoeg onzichtbaar zijn en de planten optimale steun geven. Plaats ook een groeiraster boven hortensia Annabelle. Dit voorkomt dat de grote bloemen gaan hangen. |
• | Begin met het steunen van hoge planten, zoals Ridderspoor. Als de planten eenmaal beginnen te buigen krijg je ze nooit meer recht, dus zorg dat de plantensteunen op tijd klaar staan! |
• | Bind klimplanten – zoals Clematis en klimrozen – regelmatig op zodat ze niet gaan hangen en de wind er geen vat op krijgt. |
• | Geef in april de rozen extra aandacht. Belucht de rozen met een speciale roosvork, en geef ze een organische rozenmest. Geef ze ook een beetje basaltmeel voor een verhoogde weerstand. |
• | Vaste planten die over hun top zijn of te groot worden kun je nu delen. Graaf de plant op met een verplantspade en scheur de plant voorzichtig in stukken. De delen met veel groeipunten (beginnende uitlopers) plant je weer terug, de delen die het niet meer goed doen (meestal het midden) gooi je weg. Zo kun je de plant verjongen én vermeerderen. Let op: lentebloeiende planten kun je nu niet delen. |
• | Begin met het weghalen van uitgebloeide bloemen bij bolgewassen, zoals tulpen. Zo gaat er geen energie verloren aan zaadvorming, maar gaat alle energie terug de bol in. Laat het loof staan tot het helemaal vergeelt is, zo kan de plant extra energie uit de zon halen. |
Gazon
• | In het voorjaar is het belangrijk dat het gazon voldoende voeding heeft. Bemest het gazon voor een mooie groene kleur en een gezonde, sterke grasmat. | |
• | Belucht het gazon met een gazonbeluchter, zo bereiken water, zuurstof en voedingsstoffen de wortels beter. | |
• | Verwijder mos en dode grassprieten met een verticuteerhark en zaai kale plekken opnieuw in. | |
• | Het gras kan weer gemaaid worden. Maai regelmatig voor een gazon met een hoge dichtheid. | |
• | Steek de graskanten af met een graskantsteker voor een nette, strakke gazonrand. |
Vijver
• | Help de vijver opstarten door de waterkwaliteit te verbeteren. In de herfst en winter zorgt o.a. regen voor dalende waterwaarden. Behandel de vijver met Maërl (zeekalk) om de waarden (GH en KG) op peil te brengen en voedingsmineralen aan te vullen. |
• | Schakel de pomp en het filter in zodra de watertemperatuur boven de 8 °C komt. |
• | Snoei dode plantdelen weg, zodat jonge scheuten goed kunnen groeien. |
• | Plaats nieuwe vijverplanten. Voor een gezonde vijver moet minimaal 50% van het oppervlak begroeid zijn met waterplanten. |
• | Heb je het organische afval op de bodem nog niet aangepakt? Doe dit dan nu alsnog om algengroei tegen te gaan. Behandel de vijver met Sludge Cleaner; dit stopt de verzuring en breekt de laag bodemvuil af m.b.v. micro-organismen. |
In en rondom het huis
• | Pluk tulpen, narcissen en fritillaria en haal het het voorjaar naar binnen. |
• | Schrob potten goed schoon en vul ze met viooltjes, vergeet-mij-nietjes, geraniums of begonia’s. |
• | Reinig het terras en de oprit. Ga NIET aan de slag met een hogedrukreiniger! Hiermee beschadig je de toplaag, waardoor het vuil alleen maar hardnekkiger terugkomt. Met BioNyx biologische schoonmaakmiddelen los je het vuil (zonder schrobben en zonder chemicaliën!) snel en effectief op. |
• | Plaats een insectenhotel of vervang het oude (om de 2 a 3 jaar). |
• | Stop met het voeren van pinda’s en vette voeding voor tuinvogels. Strooivoer kan nog wel. |
• | Plaats een vogelbad. |