Bekijk winkelwagen “Felco 12 Snoeischaar” is toegevoegd aan je winkelwagen.

Mei in de tuin

Vanaf mei merk je dat de zomer eraan komt. De dagen worden langer en warmer, en alles begint flink te groeien en te bloeien. Vanaf half mei is de kans op nachtvorst geweken, en kun je de tuin vullen met nieuwe bloemen en groenten. Er is genoeg te doen. Hieronder lees je welke tuinklussen je kunt oppakken in mei.

Zaaien & planten

Bloemen en perkplanten

•	Vanaf half mei (IJsheiligen) kunnen de planten naar buiten. De kans op vorst is dan in principe geweken. Maar houd voor de zekerheid nog even het weerbericht in de gaten!
•	Laat plantjes die binnen zijn opgekweekt eerst afharden. Zet ze overdag even buiten en haal ze aan het eind van de middag weer binnen. Zo kunnen ze langzaam wennen aan buiten. Zet de planten op een beschut plekje en bescherm ze tegen (te veel) direct zonlicht.
•	Na IJsheiligen kun je alle planten uitplanten. Laat de kluit zich eerst goed volzuigen met water, de bodem kan al best droog zijn rond deze tijd.
•	Zaai Zinnia’s direct in de volle grond.
•	Zaai een bloemenweide. Dat is niet alleen mooi, maar ook heel nuttig voor verschillende soorten insecten. Kies een zonnige plek, maak de grond goed los, meng het bloemenmengsel met aarde en strooi gelijkmatig uit. Als het droog blijft hebben de zaden wat water nodig, maar verder hoef je er niets meer aan te doen.
•	Leg een pluktuin aan. Reserveer een klein stukje van de tuin speciaal voor plukbloemen. Zo kun je de hele zomer lang bloemen uit eigen tuin plukken, zonder dat je daarvoor iets uit de borders hoeft te roven. Zorg voor vroegtijdige en voldoende steun voor de planten, zodat je mooie rechte stelen krijgt.
•	Zaai binnen nog een ronde eenjarigen, zoals Leeuwenbekjes en Cosmea. De verschillende zaaitijden zorgen voor een langdurig aanhoudende bloeiperiode.
•	Zaai tweejarige planten, zoals Vingerhoedskruid en Lupine. De planten kunnen zich dit jaar goed ontwikkelen, maar zullen volgend jaar pas bloeien.
•	Kale plekken? Zorg voor bodembedekkers om onkruid en uitdroging tegen te gaan.

Bollen en knollen

•	Plant dahlia’s, gladiolen, anemonen en andere zomerbloeiers op een zonnig plekje in de tuin. Bekijk hier onze tips voor Dahlia’s planten.
•	Voorgetrokken dahlia’s kunnen pas ná ijsheiligen naar buiten.
•	Last van slakken? Bescherm de malse dahliascheuten met kopertape of een kweekstolp.
•	Knip uitgebloeide bloemen weg bij bolgewassen, zoals tulpen. Zo gaat er geen energie verloren aan zaadvorming, maar gaat alle energie terug de bol in. Laat het loof staan tot het helemaal vergeelt is, zo kan de plant extra energie uit de zon halen.

In de moestuin

•	Vanaf half mei kun je de meeste groenten buiten uitplanten of direct in de volle grond zaaien. Denk aan bonen, pompoen, courgette, koolsoorten, bieten, radijsjes en wortels. Laat voorgezaaide groenten wel eerst afharden.
•	Blijf kleine hoeveelheden groenten zaaien voor een continue oogst gedurende de zomer (in plaats van een overvloed van alles in één keer). Met name voor bladgroenten en sla is dit een goed idee.
•	Zaai basilicum, peterselie en koriander.
•	Bescherm aardbeien, tegen vogels met een fijnmazig gaasnet. Plaats het net pas als de vruchten beginnen te vormen, aardbeien hebben eerst insecten nodig voor de bestuiving.
•	Bescherm gewassen tegen insecten en dek ze af met een kweektunnel van insectengaas.
•	Houd jonge tomaten en pepers deze maand nog even binnen.

Snoeien

•	Geef de hagen een lichte snoeibeurt. Maar let wel op; controleer de hagen eerst op vogelnetjes! Als er een nestje zit niet snoeien. Snoei deze maand sowieso niet te veel weg, alleen even de ‘puntjes bijknippen’.
•	Ook groenblijvende hagen, zoals buxus, hulst, liguster en coniferen, kun je deze maand een snoeibeurt geven.
•	Snoei de heesters direct na bloei, zoals Rododendron, Forsythia, Ribes, Winterjasmijn, Japanse Sierkwee en Kerria. De bloemen groeien op 1 jarig hout, nu hebben ze nog genoeg tijd om nieuwe scheuten te vormen voor volgend jaar.
•	Snoei de vroegbloeiende Clematis terug na de bloei.
•	Andere klimplanten kun je terugsnoeien als ze te groot worden.
•	In mei kun je experimenteren met de Chelsea Chop. Knip vaste kruidachtige planten, zoals asters, duizenblad, zonnehoed en Phlox, vóór de bloei op ongeveer 2/3e van hun hoogte. Dit kun je voor de gehele plant doen, of een deel wel en een deel niet. Hiermee stel je de bloei iets uit, waardoor je de timing hiervan kunt controleren. Daarnaast zorgt het ook voor compactere planten met meer zijscheuten en dus meer bloemen.

Verzorgen

•	Blijf onkruid wieden. Alle planten groeien hard deze maanden. Door regelmatig de ongewenste plantjes te verwijderen krijgen ze geen kans om stevig te wortelen.
•	Plaats plantensteunen bij lange en topzware planten, zoals Ridderspoor, Echinacea, Pioenrozen, Dahlia’s en lupine. Door op tijd te beginnen met steunen groeien de planten mooi recht en verdwijnen de steunen natuurlijk in het groen.
•	Deze maand kun je de laatste vaste planten scheuren en delen. Dit kan nu ook met planten die net hebben gebloeid, dat bevordert de bloeikracht voor volgend jaar.
•	Bind klimplanten wekelijks op. Probeer Siererwten zo veel mogelijk verticaal te laten groeien, zo krijg je rechte stelen voor in vazen in boeketten.
•	Alles groeit in mei. Bemest de planten en zorg voor een laagje compost als beschermlaagje.
•	Geef potplanten vloeibare plantenvoeding.
•	Bemest de hagen met speciale hagenmest.
•	Kraak de sedum. Op rijke grond worden de bloemen te groot en te hoog, waardoor de plant uit elkaar valt. Dit kun je voorkomen door de plant te kraken. Steek een tuinvork onder de plant en duw de steel een klein beetje omlaag. Je lift de plant op en hoort de wortels kraken. Dit geeft de sedum een kleine achterstand, waardoor de bloemen minder zwaar worden en mooi rechtop blijven staan.
•	Geef nieuwe aanplant regelmatig water. Doe dit het liefst in de ochtend, dat maakt de planten minder gevoelig voor ziekten, schimmels of slakken.
•	Met droge dagen hebben potplanten regelmatig water nodig. Potgrond droogt snel uit door zon, warmte of wind. Gebruik voor hanging baskets een telescopische plantensproeier.
•	Heeft de tuin water nodig? Geef liever in één keer wat meer water, dan iedere dag een beetje. Zo moedig je de plant aan om dieper te wortelen voor water. Iedere dag bewateren zorgt voor ‘luie’ planten met vooral oppervlaktewortels.

Gazon

•	Afhankelijk van de groei kun je het gazon nu weer regelmatig maaien.
•	Belucht het gazon als je dat vorige maand nog niet gedaan hebt, zo kan het water dieper de grond inzakken.
•	Geef het gazon organische mest als er regen voorspeld wordt.
•	Verwijder onkruid uit het gazon. Dit gaat het best met speciale onkruidstekers. Zo is de Paardenbloemsteker perfect om diepgeworteld onkruid in één keer uit te steken. Een Distelsteker of Weedpopper werkt fantastisch bij het uitsteken van rozet-vormend onkruid.
•	Steek de graskanten af met een graskantsteker voor een nette, strakke gazonrand.
•	Maai Mei Niet. Help de insecten in de tuin door deze maand niet- of minder te maaien. Door (een deel van) je gazon zijn gang te laten gaan krijgen heel wat bloemen de kans om te bloeien. Zo leg je een rijk buffet aan voor allerlei belangrijke beestjes, zoals bijen, kevers, vlinders en hommels.

Vijver

•	Plaats nieuwe (zuurstof)planten in de vijver. Voor een gezonde vijver moet minimaal 50% van het oppervlak begroeid zijn met waterplanten.
•	Dit is ook het moment om moerasplanten en waterlelies die te groot zijn geworden te splitsen. Als je wilt kun je de stekken in aparte plantmanden terug in de vijver plaatsen.
•	Begint de vijver groen te kleuren? Bekijk hier wat je kunt doen tegen algen.

In en rondom het huis

•	We kunnen ’s avonds weer lekker buiten blijven zitten. Zorg voor sfeervolle tuinverlichting bij jouw favoriete zitplekjes en maak de tuin gereed voor die heerlijke zomeravonden.
•	Zorg voor een drinkplek voor insecten. Dit kun je doen door een ondiep schaaltje te vullen met water en stenen. De stenen zorgen ervoor dat de insecten uit het water kunnen klimmen, mochten ze er onverhoopt invallen.
•	Plaats een egelmand. Het paarseizoen is begonnen en egels gaan op zoek naar een nestplek. Met een egelmand biedt je egels een veilig nest om hun jongen groot te brengen (of voor hun winterslaap). Zo houd je die handige slakkeneters in de buurt van jouw tuin.
•	Pluk tulpen, alliums, narcissen en fritillaria en haal het het voorjaar naar binnen.
•	Ververs potten nadat de lentebloeiende planten zijn uitgebloeid. Ververs de aarde en herplant ze met zomerplanten.
•	Houd het klimaat in de tuinkas in de gaten. Met warme zonnige dagen is goede klimaatbeheersing van levensbelang. Zorg voor water, ventilatie en schaduw.
•	Plaats een regenton. Zo kun je de regen die valt opslaan en gebruiken voor de tuin in droge periodes.